FKNR maakt opnames: Een muzikale missie

‘Het hoeft maar één keer goed,’ horen we Lex’ ontspannen stem door gebouw EL heen klinken. We zien hem niet, maar horen hem wel. Vanuit de kapel, waar wij normaliter onze boterhammen eten en na de repetitie soms een klein drankje doen, loodst hij, Lex van Diepen, ons samen met kapitein Alfred Willering door de opnames heen. Het is best een exercitie, om maar eens in militair vakjargon te blijven. De talloze microfoons die tussen onze stoelen staan in combinatie met de scherpe oren van Lex, die iedere onzuiverheid horen, maken dat we op het puntje van onze stoel zitten. Ieder ‘vlekje’, zoals een klein braampje, kicksje of andere onvolkomenheid aan een noot deze dagen heet, proberen we eraf te poetsen.

Samen sterk aan de start

Dag 1: vandaag starten we met Esprit de Corps, gearrangeerd door onze trombonist Junior Huigen. Een passend begin wel, want een cd-opname is een behoorlijke team-effort. Als solist kun je waanzinnig spelen, maar als je begeleiding niet stemt of niet perfect onder elkaar staat, is de opname waardeloos. Datzelfde geldt voor werken met een grootse tutti-klank, zoals bij Esprit de Corps het geval is: er is maar één muzikant nodig om een sectie te ontstemmen. We zitten dus op het puntje van de stoel, hangen aan de stok van onze dirigent en zetten ons spreekwoordelijke beste beentje voor. Als het eerste werk erop staat, starten we aan de tweede klus die er vandaag op ons ligt te wachten: we spelen Aurora van Eric Swiggers.

Voor soldaat 2 Thijs Groenewegen is dit een bijzonder moment: het is zijn eerste project met de FKNR. “Het ging soepel, ik had me voorbereid op een hele lange dag, maar we waren er binnen de tijd doorheen. De laatste keer dat ik opnames had, ergens anders, zijn we veel langer bezig geweest.” Hij was verrast door de efficiëntie van het proces: “Het viel heel erg mee, er waren een paar passages die we vaker moesten opnemen, maar het meeste stond er soepel op. De focus in het orkest was echt goed.”

 

Een intensieve tweede dag

Dag 2: er staat ons een fikse klus te wachten; maar liefst vier stukken nemen we op. We starten vertrouwd: onze Defileermars Nationale Reserve mag natuurlijk niet ontbreken op een nieuwe plaat. Daarna volgen de werken elkaar op: Sosban Fach, Balkan Dance, Invincible en Never Back Down. Die laatste twee werken zijn een mooi voorproefje op onze nieuwe show, die we in september van dit jaar zullen presenteren tijdens de Nationale Militaire Taptoe in Ahoy.

Voor soldaat 1 Daan Voorburg, die in zowel Aurora als Balkan Dance een solo speelt, brengen de opnames dit de nodige voorbereiding met zich mee. “Zeker Balkan Dance, die we de tweede dag opnamen, heb ik rustig opgebouwd, met metronoom, steeds een stukje opvoeren, zodat ik het boven tempo kon spelen. Daardoor kon ik het ook met de spanning van een microfoon goed spelen. Het solostukje in Aurora heb ik vooral qua lijn uitgewerkt; waar ga ik ademhalen, waar gaat de muzikale lijn heen, hoe voorzichtig kan ik het opzetten? En natuurlijk de stemming, er zitten best wel wat noten in die van nature een afwijking hebben.” Tijdens de opnames wordt duidelijk hoe uitdagend dit is: “Balkan Dance is best snel, maar ook Sosban Fach gaat rap. De opnames op zich waren echt wel een uithoudingswedstrijd, je embouchure is na de wat zwaardere werken best al kapot.”

Een opnameproces is anders dan een liveoptreden, merkt Daan op. “Ja, want als ik het hier verpest, mag ik het nog een keer opnieuw doen; dat is wat relaxter spelen. Aan de andere kant ben je er ook wel kritischer op, het wordt vastgelegd. Men luistert veel kritischer naar een opname dan bij een concert, doordat ze niet mee worden genomen in het moment van een avond, zoals bij een concert wel het geval is.” Ondanks de lange en intensieve dagen kijkt hij met trots terug: “Ik ben blij dat we als sectie overal doorheen zijn gekomen. Het zijn lange, zware dagen die veel van je eisen, van je conditie en je concentratie en dat hebben we wel mooi gedaan.”

 

De kracht van samenspel

Voor Thijs is een bijzonder moment tijdens de opnames blijven hangen: “In Aurora zit een stukje waar we als euphoniumsectie echt mochten ‘loeien’; lekker zangerig met een vibrato erop. Dat hoefde jammer genoeg niet zo vaak, want het stond er heel snel goed op.” Hij ervaart ook de kracht van het spelen binnen FKNR: “Je zit met veel mensen met hetzelfde doel: niet simpelweg muziekmaken, maar perfectie bereiken. Om samen te spelen met al die beroepsmusici in het orkest die ook voor dat doel gaan, dat is leuk.”

Dat is ook precies wat Daan zo bijzonder vindt aan FKNR, zeker tijdens zo’n opnameproces. “Je zit met heel veel goede muzikanten om je heen en je speelt verraderlijk pittige muziek, die we in een hele korte tijd afgemaakt moeten hebben. Écht afgemaakt, want het komt op een opname. Het is gaaf dat je daar tussen mag zitten, dat vind ik bijzonder.”