Korpsconcert Fanfare Korps Nationale Reserve 2019

De FKNR is in deze relatief rustige zomertijd achter de schermen alweer druk bezig met de voorbereidingen op het taptoeseizoen. We blikken nog een keer terug op het hoogtepunt van ons Korpsconcert 2019 aan de hand van het verslag van de heer T. de Haan, een goede vriend van de FKNR.
Zaterdagavond 30 maart jl. om 20.15 uur was de aftrap van het traditionele Korpsconcert van de FKNR wederom in het theater Flint in Amersfoort.
Zoals altijd werden we welkom geheten door de charmante ladyspeaker mevr. Astrid Boonemeijer, gevolgd door het openingswoord van de gastheer van deze avond, de Commandant van het Korps Nationale Reserve, luitenant-kolonel Hans Berding.
Hij was gekleed in het schitterende ceremoniële tenue van het wapen van het KNR, maar wat mij het eerste opviel was dat de kinband van de sjako er wel erg losjes er onderaan bungelde. Bijna tot onderaan de braniekraag. Deze hoort op de kin te rusten, of anders onder de kin vast te zitten, maar misschien was hij de inspectie van de commandant van de Nederlandse Strijdkrachten misgelopen, hoe dan ook, daar zou ik iets meer op letten als ik hem was of anders eens naar de officieren van de Engelse Coldstream Guards bandgaan kijken
Hij beloofde ons prachtige blaasmuziek. De spitswerdafgebeten met het werkVerso Libre, een prachtig werk met eenlekkervol intro, gevolgd door een wat Spaans aandoend temperament.
Het orkest staat nu onder leiding van dirigent kapitein Alfred Willering, die in april 2018 chef-dirigent kapitein Harrie Wijenberg opvolgde. Geen onbekende in de militaire muziekwereld, hij was o.a. bassist bij het voormalig Trompetterkorps Bereden Wapens en heeft als dirigent, componist en arrangeur zijn sporen ruimschoots verdiend. Ik vermoeddat men bij deFKNR bijzonder ingenomen is met deze wisseling van de wacht,om het maareensin militaire termen uit te drukken. En dat was zeer zeker te horen.
Het valt op dat het technische en het muzikale niveau behoorlijk is gestegen. Of dat komt,omdat er een flink aantal nieuwe gezichten in het orkest te zien waren, en een aantal nu tussen het publiek zaten, wil ik in het midden laten. Echter,de klankkleur was altijd al heel mooi en warm, zoals het bij een goed fanfareorkest moet zijn. Vooral de diepte in het groot koper en warmte in het hele orkest viel op. Verder zag ik nog al wat microfoons boven de muzikanten uit torenen. Uit navraag bleekdat dat te maken had met het digitale wat ons nog te wachten stond, maar daarover later. Ik vind eigenlijk dat een goed blaasorkest niet versterkt hoeft te worden, want dan loopt het korps de kans te verzandden in een soort van herrie orkest met veel elektronica,  lichtshows en misschien wel wat klankvervorming.De jeugd vindt het er misschien bijhoren, maar andere toehoorders zitten hier niet op te wachten. Misschien was het juist de versterking wel dat sommige secties nog beter tot zijn recht kwamen, zoals ik al eerder memoreerde. Hopelijk blijft het bij deze verbetering van de klankkleur, en gaat men niet de bigband kant op met de overdonderende herrie zoals meerdere militaire orkesten wel doen.
Het volgende werk wat gespeeld werd was “The Lost Labyrinth”van de Belgische componist Kevin Houben, met begeleiding van twee bijzondere solisten, t.w. de sopraan Lies Vandewege en harpiste Wendy Rijken. Ik zal u niet vermoeien met de historie van dit bijzondere werk, maar de combinatie van fanfareorkest met sopraan en harp is werkelijk uniek en heel bijzonder. Het nummer duurde maar liefst 18 minuten, maar daar had volgens mij niemand moeite mee, want die waren in een mum van tijd verstreken. De muzikanten en solisten zullen er ongetwijfeld meer moeite mee gehad hebben al was het zeker niet te horen. Heel bijzonder en schitterend vertolkt.
Na dit pittige werk werd het tijd voor bezinning en ontspanning met het koraal Abendliedvan de Beierse componist Gabriel Rheinberger, gevolgd door de March Opus 99van Sergei Prokofiev welke op mij persoonlijk veel indruk maakte.
Osterfjordenis een werk wat gebaseerd is door het prachtige 27 km. lange en 639 meter diepe fjord in Noorwegen. De jonge Belg Stijn Aerts-Geert liet zich daar inspireren en schreefdeze prachtige compositie. Met behulp vanprachtig beeld en licht werd dit werk op bijzondere wijze gespeeld door deFKNR.
Vervolgens stond de FKNR stil bij het heuglijke feit dat het dit jaar 200 jaar geleden is dat Koning Willem I, de Nederlandse militaire muziek een officiële status gaf. Dit werd in beeld gebracht door de tamboergroep en lieten ze oude tijden herleven. Getoond werden de ceremoniële tenuen van het tamboerkorps van de Johan Willem Friso Kapel, het tamboerkorps der Intendance, het tamboerkorps van het Garderegiment Fuseliers Princes Irene en het tamboerkorps van het Regiment Van Heutz. De tamboers openden hun optreden met de straatmars Connecticut Halftimeen sloten afmet het Amerikaanse tamboerwerk Just Two.
Als laatste werk voor de pauze werd, hoe kan het ook anders, de Defileermars Nationale Reservegespeeld. Dat is wat mij persoonlijk iedere keer weer bekoort; er voor uitkomen welk wapen je vertegenwoordigd en dat aan het publiek kenbaar maken. Dat zouden ze eigenlijk allemaal verplicht moeten doen. Super! Zo hoort het. Nogmaals applaus hiervoor.

Na de pauze was het de beurt aan enkele solisten uit het orkest om het publiek te laten meevoeren op de passie van hun instrument. De spits werd afgebeten door de trompettist Willem Pluk met zijn nummer For the Time Being, gevolgd door Alex van Abeelen op trombone die schitterde in het werk Welcome Home. Vervolgens was het de beurt aan het digitale deel waar ik in mijn aanhef over schreef. In het werk Symphony werden de trommels vervangen door pads. Een vertrouwd geluid tegenwoordig op de radio, want het zijn digitale melodieën die geslagen worden. En ik maar denken dat het op de computer gemaakt wordt. Nee, of je het kan waarderen of niet, het is gewoon van deze tijd. Heel knap uitgevoerd overigens. Op de bas-tuba, soleerde Gerrit Dijkstra met het funky nummer Farmer’s Tubavoor tuba en band. Nou, dit nummer had voor mij persoonlijk best wel iets langer gemogen. En als laatste solist trad Lindy Karreman voor het voetlicht met het prachtige nummer Cuba Libre. Alle respect voor de inzet van iedere solist(en) deze avond. Prachtig!! Grote klasse.
Het concert werd verder voorgezet met het werk Friendly Takeovervan Oliver Waespi en afgesloten met het arrangement Invincibleen Star Trekvan Dennis Hazenoot.Op Koningsdag zal door de FKNR samen met de Christelijke Muziek- en Showband Juliana uit Amersfoort beide werken weer ten gehore brengen tijdens de rondgang van de Oranjesin Amersfoort op de Zuidsingel.
Na een lang applaus van de aanwezigen kon de FKNR er niet omheen dat er een toegift gespeeld moest worden. Het werden er zelfs twee, nadat sergeant majoor Bertrand Verbeek bedankt werd voor zijn inzet sinds 1996 als trompettist aan de FKNR en zijn jarenlange actieve inzet in de PR commissie. De toegiften waren een cadeautje voor alle marsenliefhebbers in de zaal. Met grote inzet en genoegen werd de mars Castaldo March en deMarch of the Mine-Sweepers gespeeld.
Tot slot wil ik het commando, leden van de FKNR, technici van het licht en geluid, PR-commissie en de opbouwploeg heel erg hartelijk bedanken voor hun niet aflatende enthousiasme en inzet bij dit weer fantastische Korpsconcert 2019.
door Theo de Haan