Het combo: de special forces van de FKNR

Waar het orkest een goed georganiseerde eenheid is – groot, gestructureerd en opererend volgens een minutieus uitgedacht plan – zou je het combo kunnen vergelijken met een verkenningseenheid: een klein, wendbaar team dat dat alleen bij speciale gelegenheden wordt ingezet. Het combo gebruikt snelheid, wendbaarheid en tactisch inzicht om met muzikale manoeuvres de aandacht te grijpen en het publiek voor zich te winnen. Want soms is een kleine, perfect op elkaar ingespeelde eenheid precies wat nodig is om een missie – of een muzikale ervaring – onvergetelijk te maken.

Korporaal Liesbeth Geerts speelt bugel in de fanfare, maar belandde een aantal jaar geleden ook bij het combo: ” Het combo treedt veel doordeweeks op en daar kun je als reservist niet altijd maar vrij voor vragen bij je civiele werkgever. Dus zou een tweede bassist ontzettend welkom zijn om zo meer optredens te kunnen doen. Ik wilde al heel lang basgitaar leren spelen en dit was een goede aanleiding. Natuurlijk moest ik auditie doen, maar dat ging goed en toen mocht ik beginnen.” Niet alleen muzikaal zit ze op de juiste plek in het combo; ook de mensen spreken haar enorm aan. Een flink aantal leden uit het combo zijn te vinden in de Bravo-groep. Zij regelen alle logistiek van het orkest en zijn als geen ander geschikt voor het afwisselende, uitdagende werk dat het combo doet. 

Dagelijkse routine en voorbereiding

“Onze optredens zijn meestal in de middag of avond. We moeten tussen vier en vijf uur op locatie zijn. Sergeant-majoor Geo Kanselaar, onze comboleider, rijdt vaak het busje met instrumenten. Als we aankomen, is het altijd even afwachten waar we kunnen parkeren, waar we naar binnen moeten en hoe alles geregeld is. Vaak bouwen we eerst op, doen een korte soundcheck en vervolgens gaan we eten. En dat eten is heilig! Mensen onderschatten hoe belangrijk dat is, maar wij komen direct vanuit ons civiele baan en maken een lange avond. Eten en muziek gaan bij ons hand in hand. Na het eten kleden we ons om en maken we ons klaar om te spelen. De optredens duren meestal twee tot drie uur, met elke drie kwartier een pauze. Na het optreden moeten we alles zelf afbreken en opruimen. Het hele proces – inladen, opbouwen, optreden en opruimen – kost al snel acht uur. Dat komt omdat we alles zelf regelen, van de logistiek tot de sfeer!”

Setlijsten en solo’s 

“We werken met vier vaste setlijsten van tien nummers. We beginnen telkens bij een andere set, waardoor we steeds een iets ander programna paraat hebben. Hoe een nummer klinkt hangt af van wie er speelt; hoe meer blazers, hoe meer solo’s.” In het combo wordt er namelijk flink geïmproviseerd. Liesbeth vertelt hoe dat zit: “Voor de blazers is improvisatie essentieel. Als je als blazer bij het combo wil, moet je kunnen improviseren. Voor de ritmesectie is dat iets minder belangrijk. Wij zijn het motortje van het combo. Zelf oefen ik improvisatie door thuis met Spotify mee te spelen. Binnen het combo is de sfeer heel gemoedelijk, dus je voelt je vrij om dingen uit te proberen. Ik krijg ook vaak tips van de anderen over ritmes of akkoorden die ik kan proberen.” Het combo heeft haar in die zin veel gebracht: “Ik ben zelfverzekerder geworden. Ik durf meer te improviseren en weet dat fouten maken mag. Ook heb ik geleerd om zelfstandig problemen op te lossen, omdat je nooit weet waar je terechtkomt.”